“Mijn broertje heeft zich doodgereden”, zei Michael vanvond toen ik hem vroeg hoe het met hem ging. IK hoopte op een glimlach, dat het een slechte grap was.
Ze hadden hem gebeld of hij naar het ziekenhuis wilde komen. Zijn 19-jarige broertje had een ongeluk gehad en wilde dat hij langskwam. Ramon was al dood. Een eenzijdig ongeval. Uit de auto geslingerd en met zijn hoofd tegen het beton geslagen.
Hersendood, maar tijdelijk ‘in leven’ gehouden vanwege zijn donorregistratie. Volgens het bericht in de krant overleden bij aankomst in het ziekenhuis.
Michael heeft Ramon aangekleed en in zijn kist gelegd. Een tulband hield zijn gehavende hoofd bijeen.
“Zeven mensen heeft Ramon gered met zijn organen.” Vorig jaar had hij zich geregistreerd als donor en gezegd dat hij gecremeerd wilde worden. De gedachte dat hij wellicht per ongeluk levend begraven zou worden was ondragelijk voor hem.
Voor de familie is het een schrale troost dat hij niet voor niets geleefd heeft. En op verschillende plekken in Europa zijn mensen blij. Blij met een betraande nier, lever, long of hart.
Michael gaat hem na de dienst naar de oven brengen. Hij zal hem brengen to zover hij kan. En ik, ik kende Ramon niet, maar het verdriet van Michael raakt me diep en ik realiseer me weer dat de blinde zanger Jeff Healey gelijk had toen hij schreef: Your problems are another man’s dream.
Denk daar maar eens aan als het even tegenzit.